• Nieuws & Publicaties
  • AG: Hoge Raad moet prejudiciële vragen stellen over recht op advocaat bij politieverhoor

AG: Hoge Raad moet prejudiciële vragen stellen over recht op advocaat bij politieverhoor

30 sep 2015
Thom Dieben
De Hoge Raad moet prejudiciële vragen stellen aan het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ EU) over de omstreden kwestie of een verdachte aan artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) het recht op een advocaat tijdens een politieverhoor kan ontlenen.

Dat schrijft Advocaat-Generaal Knigge in een gisteren uitgebracht advies aan de Hoge Raad. De Hoge Raad oordeelde in april van 2014 (ECLI:NL:HR:2014:770) dat Nederland (en andere EU-staten) tot 27 november 2016 de tijd hebben om te regelen dat een advocaat aanwezig kan zijn bij politieverhoren. Volgens AG Knigge moet nu aan het HvJ EU worden gevraagd of aan art. 6 EVRM een direct geldend recht op een advocaat tijdens het verhoor kan worden ontleend. AG Knigge volgt daarmee het verzoek van de verdediging in deze zaak. Een conclusie van de advocaat-generaal is een onafhankelijk advies aan de Hoge Raad, die vrij is dat te volgen of niet. De Hoge Raad verwacht op 22 december 2015 uitspraak in deze zaak te doen.

Thom Dieben, advocaat bij JahaeRaymakers, en Gwen Jansen treden als advocaten van de verdachte op in deze zaak.

De volledige conclusie van AG Knigge (ECLI:NL:PHR:2015:1996) is gepubliceerd op de website van de Hoge Raad. De door Thom Dieben en Gwen Jansen ingediende cassatieschriftuur kan hier worden gedownload.

Nieuws & Publicaties