‘De roof van de eeuw’ – Europa in de ban van Duits fraudeproces
In de Duitse stad Bonn stonden de afgelopen maanden twee verdachten terecht voor “de grootste belastingfraude in de Europese geschiedenis”, of zelfs “the robbery of the century”. Wat hield hun praktijk in? En heeft de uitkomst van de Duitse strafzaak gevolgen voor de situatie in Nederland?
In 2017 kwam een internationaal samenwerkingsverband van journalisten naar buiten met een onderzoek naar een complexe vorm van belastingfraude. Dit onderzoek, getiteld The Cum-Ex Files, toonde aan hoe een netwerk van banken, investeringsfondsen, fiscalisten, advocaten en tussenpersonen jarenlang onrechtmatig geld terugvorderden van Europese belastingdiensten. Het onderzoek was al in 2011 aangevangen, naar aanleiding van een klokkenluidersmelding bij de Duitse autoriteiten. Duitsland is zelf dan ook het hardst geraakt door de Cum-Ex fraude: de fiscus is daar naar schatting benadeeld met 31 miljard euro. De totale schade in Europa wordt geschat op 55,2 miljard.
De naam Cum-Ex verwijst naar aandelen cum en ex (met en zonder) winstuitkering. Het gaat hierbij specifiek om het onrechtmatig terugvorderen van dividendbelasting. Dit kan op twee manieren: óf door belastinggelden te recupereren die nooit betaald zijn, óf door een belasting die eenmaal is betaald meermaals terug te vorderen. Om op deze manieren dividendbelasting terug te kunnen krijgen, zijn complexe internationale constructies opgezet. Aandelen werden rond het moment van de dividenduitkering meerdere keren verkocht of uitgeleend. Het was daardoor voor de fiscus lastig te achterhalen wie op welk moment eigenaar was van welk aandeel, wie de dividendbelasting in de verschillende landen had betaald en wie dus recht had op teruggave daarvan. Deze praktijk wordt ook wel dividend stripping genoemd.
Kort nadat de klokkenluider in 2011 aan de bel trok, werd de Duitse wetgeving aangepast. Hiermee werd de hierboven uiteengezette praktijk bij wet verboden. Tot die tijd was dividend stripping mogelijk immoreel te noemen, maar lang niet overal in Europa illegaal. In september 2019 ving in Bonn het eerste strafproces aan met betrekking tot de Cum-Ex Files. In deze procedure gaat het dan ook om de praktijken die plaatsvonden vóór 2012 – hiervan moet moeten worden vastgesteld of deze ook toen al strafrechtelijk verwijtbaar waren. Het is een omvangrijk strafproces: de rol van een groot aantal banken wordt onderzocht, maar ook die van verschillende accountants- en advocatenkantoren die bij de Cum-Ex handelswijze betrokken zouden zijn geweest.
Een van de banken die naar aanleiding van het proces in Bonn onder vuur ligt, is de Duitse tak van ABN Amro. Donderdag 27 januari jl. vond voor de derde maal een inval door de Duitse autoriteiten plaats bij het kantoor in Frankfurt. De opsporingsdiensten zijn op zoek naar bewijs dat cliënten van de bank betrokken waren bij de grootschalige Cum-Ex fraude met aandelentransacties. Het zou de rechtsvoorganger van ABN Amro, Fortis, zijn die bij het schandaal betrokken was. ABN Amro stelt zelf in 2010 alle activiteiten waarbij het risico op dividend stripping bestond, te hebben gestaakt of verkocht.
In december 2019 heeft de rechtbank van Bonn in een tussenvonnis beslist dat de Cum-Ex handel als strafbaar moet worden aangemerkt. Recent werd duidelijk dat ook de hoofdverdachten, de heren Shields en Diable, strafbaar zijn. Er volgden veroordelingen van respectievelijk een boete van 14 miljoen euro plus een voorwaardelijke gevangenisstraf van 10 maanden en een voorwaardelijke gevangenisstraf van een jaar.
Met deze uitkomst van de Duitse strafzaak is een belangrijk precedent geschapen voor de rest van Europa. Immers bestempelt dit vonnis alle gevallen van Cum-Ex trading als strafbaar – zelfs wanneer de wetgeving dividend stripping niet zonder meer uitsluit, zoals in Duitsland tot 2012 het geval was.
Ook in Nederland werd het Duitse proces met argusogen gevolgd. De veroordeling van de verdachten vormt een belangrijk handvat voor de Nederlandse autoriteiten – Duitsland heeft een pad gebaand door de regelgeving en de weg vrijgemaakt voor strafvervolgingen in andere landen. Het Bonn-proces geldt niet alleen als voorbeeld ten aanzien van de bewijsvoering, maar bijvoorbeeld ook voor eventueel op te leggen straffen. De verwachting is dan ook de Nederlandse autoriteiten met de veroordelingen in Duitsland ‘op zak’ een actievere houding zullen gaan aannemen waar het de vervolging van dividend stripping betreft.