Nederland is niet zo corrupt als we denken
In dit bericht in de Volkskrant werd de alarmklok geluid omdat ‘Nederland wordt overspoeld door incidenten in publieke en private sector’. Enkele voorbeelden die worden aangehaald zijn het aftreden van Haagse wethouders vanwege verdenkingen van corruptie en strafrechtelijke onderzoeken naar betrokkenheid van banken in corruptiezaken.
In de brief stelt de minister eerst aan de orde dat de positie van Nederland in de nieuwste versie van de Transparancy International’s Corruption Perceptions Index stabiel (op plaats 8 van 180) is gebleven. Ook gaat de minister in op de investeringen die Nederland sinds 2016 heeft gedaan om corruptie tegen te gaan. Hij noemt onder meer het oprichten van het anti-corruptiecentrum bij de FIOD en het themateam corruptie bij het Openbaar Ministerie en het recent in werking getreden besluit ‘themaverwerking ambtelijke omkoping en mensenhandel’. Dit besluit maakt het mogelijk om “zachte” informatie, politiegegevens die op zichzelf geen concrete aanwijzingen van ambtelijke omkoping opleveren, gestructureerd te verwerken en analyseren ten behoeve van de opsporing van corruptie. Daarnaast is Nederland partij bij een aantal internationale anti-corruptieverdragen van de Raad van Europa, de OESO en de VN. Vervolgens brengt de minister enkele nuances aan op een aantal aandachtspunten dat in het bericht ‘Nederland is corrupter dan we denken’ naar voren is gekomen.
Corruptie waakhond Transparancy International Nederland (TI-NL) blijft echter kritisch. Op 11 februari 2020 heeft zij haar visie ten aanzien van de implementatie van het OESO-verdrag tegen omkoping door Nederland laten horen in een bijeenkomst met het evaluatieteam van de OESO anti-corruptiewerkgroep. Volgens TI-NL blijkt uit het TI Exporting Corruption Progress rapport uit 2018 dat Nederland te weinig doet aan vervolging van corruptie door Nederlandse bedrijven en personen in het buitenland. Dit zou mede komen omdat de huidige bepalingen in het Wetboek van Strafrecht onvoldoende basis bieden om Nederlandse bedrijven die betrokken zijn bij corruptie in het buitenland te vervolgen.
TI-NL pleit er dan ook voor om de huidige Nederlandse strafbepalingen ten aanzien van omkoping onder de loep te nemen en een bepaling toe te voegen die bedrijven expliciet verantwoordelijk maakt voor het nemen van voldoende maatregelen om corruptie te voorkomen. De UK Bribery Act 2010 kent al een dergelijke bepaling op grond waarvan bedrijven verantwoordelijk kunnen worden gehouden als zij niet voorkomen dat een aan het bedrijf gelieerd persoon omkoping pleegt (‘failure to prevent’). Een bedrijf kan aan aansprakelijkheid ontkomen als het bewijst dat het ‘adequate procedures’ had om omkoping te voorkomen. In mindere mate biedt de Amerikaanse anti-corruptieregelgeving (o.a. de Foreign Corrupt Practices Act (1977)), mogelijkheden om een bedrijf minder zwaar te straffen als het zich voldoende heeft ingespannen om corruptie te voorkomen, bijvoorbeeld door het implementeren van een compliance programma.
TI-NL is ook nog kritisch over de bescherming van klokkenluiders. Daarin lijkt echter zeer recent een stapje te zijn gezet nu het Huis voor Klokkenluiders zich heeft aangesloten bij anti-corruptienetwerk EPAC-EACN. Dit netwerk wisselt kennis en ervaring uit op het gebied van corruptie en integriteit en faciliteert informatie-uitwisseling in geval van grensoverschrijdende (corruptie)zaken. Een van de doelstellingen van het netwerk is “to actively work on a strong whistleblowing protection system, accessible to all, highly protective and backed by sufficient resources”.
Het Nederlandse (anti-)corruptiebeleid wordt dit jaar voor de vierde maal door de OESO geëvalueerd, waarbij handhavingsinspanningen en resultaten daarvan centraal staan. De verwachting is dat het evaluatierapport in de tweede helft van 2020 wordt gepubliceerd. Ondanks de inspanningen die Nederland de afgelopen jaren heeft geleverd om corruptie tegen te gaan, is de kritiek van TI-NL duidelijk. Het evaluatierapport zal allicht uitwijzen of Nederland nu wel of niet corrupter is dan we denken en of dat tot gevolg heeft dat het Nederlandse anti-corruptiebeleid verder aangescherpt dient te worden.