Business & Human Rights varia Q2

14 jun 2022
Laura van Bavel, Jurjan Geertsma

De Europese Commissie heeft op 23 februari 2022 het langverwachte voorstel gepubliceerd voor een Europese richtlijn met verplichtingen voor maatschappelijk verantwoord ondernemen. Eind mei 2022 heeft Nederland te kennen gegeven dat na deze zomer een internetconsultatie volgt voor het nationaal voorstel. In deze B&HR update wordt het Europese voorstel op hoofdlijnen besproken.

Doel richtlijn

Het doel van deze richtlijn is dat bedrijven die actief zijn op de Europese markt bijdragen tot duurzame ontwikkeling door potentiële of negatieve gevolgen voor mensenrechten en het milieu te identificeren en dan te voorkomen, te beperken en te beëindigen. Bedrijven moet hierbij kritisch kijken hun eigen activiteiten, die van hun dochterondernemingen en hun leveranciersketens. Hierbij dienen zij passende due diligence maatregelen treffen. Deze richtlijn mag volgens de Europese Commissie echter niet eisen dat bedrijven onder alle omstandigheden garanderen dat schadelijke effecten zich nooit zullen voordoen of dat er een einde aan zal worden gemaakt. Daarom zijn de belangrijkste verplichtingen in deze richtlijn "inspanningsverplichtingen" zijn. Bedrijven moeten passende maatregelen nemen waarvan redelijkerwijs kan worden verwacht dat deze leiden tot voorkoming of minimalisering van de nadelige gevolgen voor mens of milieu. 


Bereik richtlijn

Dit voorstel zal niet voor elk bedrijf actief op de Europese markt consequenties hebben. Enkel de grootste ondernemingen zullen geconfronteerd worden met een set nieuwe verplichtingen. De richtlijn is ten eerste van toepassing op een onderneming die jaarlijks meer dan 150 miljoen euro netto-omzet behaalt en meer dan 500 werknemers heeft. Daarnaast is de richtlijn ook van toepassing op bedrijven die meer dan 40 miljoen euro netto-omzet behalen waarvan meer dan 50% van de netto-omzet komt uit specifieke sectoren zoals textiel, landbouw, vervaardiging van voedingsmiddelen en de winning van minerale grondstoffen. 


Due diligence verplichtingen

De richtlijn zal grote ondernemingen diverse verplichtingen opleggen. Die verplichtingen zullen op den duur nog een concrete basis krijgen in nationale wetgeving van de lidstaten. Kort samengevat zullen de ondernemingen dan de volgende verplichtingen nakomen:

  • integratie van de zorgvuldigheidsvereisten in het bedrijfsbeleid (code of conduct)
  • het vaststellen van feitelijke of potentiële schadelijke effecten
  • het voorkomen en verminderen van potentiële en actuele schadelijke effecten
  • het zoveel mogelijk stopzetten van schadelijke gevolgen dan wel de omvang ervan zoveel mogelijk beperken
  • het instellen en handhaven van een adequate klachtenprocedure
  • toezicht op de doeltreffendheid van due diligence beleid en maatregelen
  • openlijke communicatie over due diligence (zoals een jaarlijks statement)

Bijzonder aspect van deze richtlijn is dat leidinggevenden van bedrijven (zoals een RvC-lid of een CEO) wettelijk verplicht worden de gevolgen van hun besluiten, waaronder de gevolgen voor de mensenrechten en het milieu, op korte en lange termijn in acht moeten nemen (director’s duty of care). Indien een leidinggevende dit nalaat, dan zal hij of zij daarvoor verantwoordelijk worden gehouden. Verder zal het niet-naleven van de due diligence verplichtingen door de onderneming ook onder de verantwoordelijkheid van de leidinggevenden vallen.

Even noemenswaardig is de nieuw geformuleerde uitdrukkelijke verplichting voor bedrijven om er voor te zorgen dat het bedrijfsmodel en de strategie verenigbaar zijn met de overgang naar een duurzame economie en met de beperking van de opwarming van de aarde tot 1,5 graden Celsius zoals overeengekomen is in het Klimaatakkoord van Parijs. 

Toezicht

Elke lidstaat zal voor het toezicht op naleving van de nationale due diligence verplichtingen één of meer toezichthouder(s) aanstellen. Deze nationale toezichthouder moet ook toezichthoudende bevoegdheden krijgen. De toezichthouder is dan bijvoorbeeld bevoegd om inlichtingen te vorderen of onderzoek te doen. Daarnaast kan de toezichthouder interim maatregelen bevelen of eisen dat de schadelijke acties worden stopgezet. De meest ingrijpende bevoegdheid is echter dat de toezichthouder ook sancties zoals geldboetes kan opleggen. Welke sanctie zal worden opgelegd is afhankelijk van de hand van de aard van de schending en de inspanningen die het bedrijf heeft getroffen om te voldoen aan de opgelegde herstelmaatregelen. De hoogte van een geldboete is mede afhankelijk van de omzet van het bedrijf. De sancties moeten volgens de Europese Commissies doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn. Deze sancties zullen trouwens ook het verlenen van staatsteun door de lidstaten aan bedrijven beletten. 


Vervolg

Aangezien er nu nog enkel een voorstel is voor een richtlijn, moeten de lidstaten en het Europees Parlement eerst nog reageren op het voorstel. Daarna zullen er nog onderhandelingen plaatsvinden tussen de Europese Raad en het Europees Parlement. Na goedkeuring van een definitieve richtlijn, hebben de lidstaten twee jaar om de richtlijn om te zetten in nationale wetgeving. Gelet op de vraag in Nederland om een nationale due diligence verplichting en het coalitieakkoord van het nieuwe kabinet (waarin nadrukkelijk is overeengekomen dat er nationale wetgeving op dit thema zal worden ingevoerd), is de kans groot dat er voor de implementatie van de richtlijn al een Nederlandse wet voor maatschappelijk verantwoord ondernemen is. De Minister van Buitenlandse Handel en Samenwerking heeft in haar brief van 27 mei jl. aan de Tweede Kamer aangegeven dat de internetconsultatie voor het nationale wetsvoorstel na verwachting na de zomer van 2022 al zal worden opengesteld. To be continued….

Nieuws & Publicaties