Wwft varia 2019

05 feb 2019
Jurjan Geertsma
CBB: bewijslast overtreding Wwft rust op toezichthouder Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (‘CBb’) heeft op 5 februari 2019 in hoger beroep uitspraak gedaan in een zaak van het Bureau Financieel Toezicht (‘BFT’) tegen een accountantskantoor. Het BFT had het accountantskantoor een boete opgelegd van EUR 28.000,- wegens het nalaten van (adequaat) cliëntenonderzoek en het niet melden van een ongebruikelijke transacties. Het CBb bevestigt het oordeel van de rechtbank dat indien het BFT een boete wil opleggen wegens overtreding van bepalingen van de Wwft op BFT de bewijslast rust om aan te tonen dat de overtreding is begaan. De rechtbank heeft in dit verband volgens het CBb terecht overwogen dat daarvoor vereist is i) dat een instelling bekend is met een ongebruikelijke transactie en ii) dit verwijtbaar niet (tijdig) meldt. Dit betekent derhalve dat moet worden vastgesteld dat een instelling bekend is met de concrete ongebruikelijke transacties en dit verwijtbaar niet (tijdig) meldt.

Nieuwe concept RBA guidance

The Financial Action Task Force (FATF) heeft ter consultatie concept handleidingen gepubliceerd ter zake de risico-gebaseerde benadering (risk-based approach) voor advocaten, notarissen, belastingadviseurs, accountants en trustkantoren. De handleidingen zijn bedoeld zowel voor private partijen als overheden. De definitieve handleidingen zullen naar verwachting in juni 2019 worden gepubliceerd.

Objectieve indicator EU hoog risico landen

Per 25 juli 2018 geldt de nieuwe objectieve indicator voor transacties van of ten behoeve van (rechts)personen woonachtig of gevestigd in door de EU aangewezen hoog risico landen. De volledige tekst van deze indicator luidt gelet op de bijlage bij het Uitvoeringsbesluit Wwft 2018:

“Een transactie van of ten behoeve van een (rechts)persoon die woonachtig of gevestigd is of zijn zetel heeft in een staat die op grond van artikel 9 van de vierde anti-witwasrichtlijn in gedelegeerde handelingen van de Europese Commissie is aangewezen als een staat met een hoger risico op witwassen of financieren van terrorisme.”

Over deze objectieve indicator is meteen al veel te doen geweest. Zo zijn er vragen gesteld over de hoeveel inspanning die dit met zich meebrengt en of hiermee het systeem niet te zeer wordt vervuild met een grote hoeveelheid zinloze meldingen. De ‘echte’ meldingen zullen immers ook wel onder de subjectieve indicator vallen. De EC-landenlijst is niet erg duidelijk vindbaar en is bovendien onderhevig aan wijziging waardoor onduidelijk is in hoeverre hierop al moet en kan worden geanticipeerd; concurrentie met andere lijsten met risicolanden, zoals FATF, daargelaten.

Het Ministerie van Financiën heeft 25 maart jongstleden in het consultatievoorstel Wijzigingsbesluit financiële markten 2019 voorgesteld deze indicator te schrappen. Het Bureau Financieel Toezicht en de Belastingdienst hebben in dit verband te kennen gegeven coulant.

Nieuws & Publicaties