Wwft varia Q4
In deze editie van de Wwft varia van Jurjan Geertsma leest u meer over de FATF-evaluatie, de beleidsagenda aanpak witwassen en Wetsvoorstel plan van aanpak witwassen en ook over het risicogebaseerd en technologisch innovatief. Ook de nieuwe Wwft-handleiding voor advocaten komt aan bod.
- FATF-evaluatie
Het Ministerie van Financiën heeft op 24 augustus 2022 het Evaluatierapport van de FATF over Nederland aangeboden aan de Tweede Kamer. Hieruit volgt onder meer dat Nederland volgens de FATF de afgelopen jaren grote vooruitgang heeft geboekt in zijn aanpak van witwassen en financiering van terrorisme. De Nederlandse aanpak van witwassen wordt als een robuust systeem benoemd en de binnenlandse samenwerking en coördinatie op zowel beleids- als operationeel niveau worden als kernkwaliteiten gezien.
Niettemin is zo’n evaluatie geen evaluatie als er geen aanbevelingen zijn. De FATF constateert de dat Nederland zich nog meer moet inzetten om te voorkomen dat rechtspersonen worden misbruikt voor criminele doeleinden. Een andere verbetering die de FATF voorstelt, betreft de naleving van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) door niet financiële beroepsgroepen als notarissen, advocaten en handelaren en het toezicht daarop.
Bovendien wordt een aantal met voorrang te treffen maatregelen geformuleerd, zoals dat: 1) Nederland passende actie dient te ondernemen om ervoor te zorgen dat meldplichtige instellingen, met name notarissen, alle redelijke maatregelen treffen om UBO-gegevens te verkrijgen en te bewaren en hun diensten te weigeren als de eigendomsstructuur van hun cliënten zo complex of onduidelijk is dat ze een daadwerkelijk witwas- of terrorismefinancieringsrisico opleveren, en 2) Nederland het inzicht verder moet ontwikkelen in de risico's van doorstroomvennootschappen en maatregelen moeten treffen om deze risico's te beperken. Verder is het belangrijk dat Nederland meer inzicht krijgt in de activiteiten van buitenlandse trusts die binnen het Nederlandse rechtsgebied actief zijn en maatregelen overweegt om de risico's rond hoogrisicoactiviteiten, zoals vastgoedtransacties, te beperken.
Wat betreft het melden van ongebruikelijke transacties wordt opgemerkt dat hoewel de meldplichtige instellingen in het algemeen kennis hebben van en voldoende uitvoering geven aan hun meldplicht, het niet duidelijk is of dit voor alle bedrijven en sectoren geldt. Zo worden vanuit sommige sectoren, zoals de advocatuur en de vastgoedsector, weinig meldingen van ongebruikelijke transacties gedaan.
Beleidsagenda aanpak witwassen en Wetsvoorstel plan van aanpak witwassen
Op 25 september 2022 hebben de ministers van Financiën en van Justitie en Veiligheid de ‘Beleidsagenda aanpak witwassen: streng waar nodig, met ruimte waar mogelijk en meten om te weten’ naar de Tweede Kamer gestuurd. Het kabinet ziet drie overkoepelende thema’s om de in de onderzoeken genoemde verbeteringen te bereiken. Ten eerste is het met het oog op de risico-gebaseerde benadering, belangrijk dat zowel de regelgeving als de toepassing daarvan erop gericht zijn om de grootste risico’s op witwassen op effectieve wijze aan te pakken. In het verlengde hiervan, is het ten tweede belangrijk om hierbij onevenredige effecten voor klanten en poortwachters te voorkomen, met name daar waar er bij klanten of dienstverlening sprake is van een laag risico op witwassen. Om de effectiviteit van de aanpak te verbeteren, is het ten derde wenselijk om de effecten van het beleid te meten.
Op 21 oktober 2022 hebben de ministers het Wetsvoorstel plan van aanpak witwassen aan de Tweede Kamer aangeboden. Onderdeel van dit wetsvoorstel is om te voorzien in de mogelijkheid van gezamenlijke transactiemonitoring. Kort gezegd, wordt een collectief van instellingen de mogelijkheid gegeven gezamenlijk data te verwerken en te analyseren in het kader van de aanpak van witwassen. Daarnaast wordt een verbod voorgesteld op contante betalingen van EUR 3.000,- of meer voor beroeps- of bedrijfsmatige handelaren. In de Uitvoeringstoets van de Belastingdienst wordt hierbij toegelicht welke gevolgen dit met zich meebrengt. Hierbij wordt onderkend dat de doelgroepen op een effectieve manier zullen worden geïnformeerd, via brancheorganisaties en de inzet van additionele communicatie. Ook wordt een zogenaamde ‘navraagplicht’ geïntroduceerd. Dit betekent dat instellingen moeten onderzoeken of een instelling van dezelfde categorie (bijvoorbeeld binnen advocatuur of belastingadviseurs of notariaat) aan de client diensten verleent, heeft verleend of heeft geweigerd. Indien dit het geval is dan dient navraag te worden gedaan bij de collega instelling naar geïdentificeerde risico’s op witwassen of het financieren van terrorisme. Let wel, die collega instelling dient deze informatie – in weerwil van de geheimhoudingsplicht - te verstrekken. Let voorts op: instellingen dienen – voordat zij een zakelijke relatie met een client aangaan – de cliënt te informeren over deze verplichting.
- Risicogebaseerd en technologisch innovatief
Op 9 september heeft DNB de studie ‘Van herstel naar balans , een vooruitblik naar een meer risicogebaseerde aanpak van het voorkomen en bestrijden van terrorismefinanciering’ gepubliceerd. DNB geeft hierin te kennen dat het tegengaan van financieel-economische criminaliteit kan efficiënter en effectiever door een meer risicogebaseerde aanpak. Een effectievere aanpak betekent primair dat er minder criminele gelden door de financiële infrastructuur gaan. Dit zal tot uiting komen in het vaker weren van criminelen aan de poort. Een efficiëntere aanpak houdt in dat banken en toezichthouders meer risicogebaseerd werken, bijvoorbeeld door slimme toepassing van datagedreven technologische innovaties en meer gerichte samenwerking in de hele keten.
Hierbij kan niet onbenoemd blijven de in dit verband opmerkelijke strijd tussen bunq en DNB over onder andere de wijze van vaststelling door bunq van het doel en de aard van de zakelijke relatie en de voortdurende controle door bunq van de zakelijke relatie met de klanten van bunq, waarbij bunq gebruik maakt van innovatieve technische methoden. Het CBb oordeelde op 18 oktober 2022 onder meer dat die methodes van bunq in overeenstemming zijn met de Wwft.
- Nieuwe Wwft handleiding voor advocaten
Op 27 september heeft de Nederlandse orde van Advocaten de nieuwe Wwft-handleiding voor advocaten gepubliceerd. Helaas biedt het weinig aanvullende inzichten en concrete handvatten voor de advocatuur, terwijl in de praktijk hiervoor sterk de noodzaak is. Op onderdelen lijkt de handleiding bovendien niet in balans met het belang van de advocatuur of geheel houdbaar. Gewezen wordt op de ongeclausuleerde mededeling dat de procesvrijstelling in de Wwft restrictief is bedoeld, hetgeen geen recht doet aan de fundamentele kritiek die je op deze interpretatie als advocatuur mag hebben en op de stelling dat enkel de individuele advocaat normadressaat voor de verplichtingen uit de Wwft is.