Eerste Kamer doet voorstel Wet bescherming klokkenluiders af als hamerstuk
Op 24 januari 2023 heeft de Eerste Kamer het voorstel voor de Wet bescherming klokkenluiders als hamerstuk afgedaan en daarmee aanvaard. Eerder was het wetsvoorstel al aangenomen door de Tweede Kamer. De wet strekt ter implementatie van de zogenoemde “Klokkenluidersrichtlijn”. Als gevolg van het wetsvoorstel zal de titel van de huidige Wet Huis voor klokkenluiders worden gewijzigd in de Wet bescherming klokkenluiders (Wbk). Naast deze “cosmetische” wijziging brengt het wetsvoorstel enkele materiële wijzigingen met zich ter versterking van de positie en bescherming van klokkenluiders. Deze wijzigingen staan centraal in deze bijdrage.
Achtergrond
Al op 7 december 2019 is de Klokkenluidersrichtlijn in werking getreden. Met deze richtlijn wordt beoogd om melders van (vermoedens van) misstanden – in deze bijdrage ook omschreven als “klokkenluiders” – een minimumbeschermingsniveau te bieden als zij inbreuken op het Unierecht melden. Tot de aanname van de richtlijn was de bescherming van klokkenluiders binnen de Europese Unie zeer gefragmenteerd, ook omdat slechts een ondergeschikt deel van de lidstaten überhaupt enige vorm van bescherming bood voor klokkenluiders in nationale wetgeving.
Huidige Wet Huis voor klokkenluiders in een notendop
In Nederland wordt sinds 1 juli 2016 met de Wet Huis voor klokkenluiders beoogd bescherming te bieden voor klokkenluiders. Kort samengevat verplicht deze wet dat werkgevers bij wie vijftig personen of meer werkzaam zijn, een interne meldingsprocedure hebben voor het melden van (vermoedens van) misstanden. Voorts geldt een zogenoemd benadelingsverbod. Door de Wet Huis voor Klokkenluiders is ook het Huis voor klokkenluiders (hierna: “het Huis”) in het leven geroepen. Het Huis ondersteunt, informeert en adviseert klokkenluiders over hun rechtsbescherming of als zij een misstand melden. Tevens doet het Huis onderzoek naar (vermoedens van) misstanden en rapporteert zij hierover.
Wijzigingen op grond van de Wbk
Met de Wbk wordt – naast de titel van de wet – de Wet Huis voor klokkenluiders op materiële punten gewijzigd. Puntsgewijs samengevat betreffen de belangrijkste wijzigingen:
- Ruimere uitleg “benadeling”: onder “benadeling” valt thans alleen de benadeling in rechtspositie, bijvoorbeeld schorsing, ontslag, degradatie, onthouding van promotie, loonsverlaging etc. Met de Wbk wordt elke vorm van benadeling beschermd, zoals ook discriminatie, intimidatie, pesterijen, uitsluiting, smaad of last. Voorts zullen “dreigingen met” of “pogingen tot” benadeling onder de reikwijdte van het benadelingsverbod worden gebracht. Het benadelingsverbod zal daarnaast niet alleen meer gelden voor “meldingen”, maar onder voorwaarden ook voor “openbaarmaking” van (vermoedens van) misstanden (aan bijv. de media).
- Ruimere kring beschermden: door de inwerkingtreding van de Wbk zullen naast “werknemers” en “ambtenaren” ook zelfstandigen, vrijwilligers, stagiaires, sollicitanten, aannemers, aandeelhouders, leveranciers etc. worden beschermd. Hetzelfde geldt voor personen die een melder bijstaan (zoals een vertrouwenspersoon) en betrokken derden (bijv. een collega of familielid).
- Uitbreiding soort meldingen: het benadelingsverbod strekt zich nu uit over (vermoedens van) een werkgerelateerde misstand waarbij het maatschappelijk belang in het geding is. In de Wbk vallen ook meldingen over een werkgerelateerde schending van het Unierecht alsmede over een werkgerelateerde schending van een wettelijk voorschrift of interne regels van een werkgever onder het benadelingsverbod. Dit geldt niet langer alleen voor voltooide schendingen, maar ook voor dreigende schendingen.
- Verschuiving bewijslast: om een geslaagd beroep op het benadelingsverbod te kunnen doen moet een melder onder de Wet Huis voor klokkenluiders aantonen dat hij heeft gemeld, dat hij is benadeeld én dat deze benadeling het gevolg is van de melding. Onder de Wbk hoeft een melder alleen aan te tonen dat hij op redelijke gronden heeft gemeld of geopenbaard en dat hij is benadeeld. Vervolgens zal een vermoeden gelden dat de benadeling de consequentie is van de melding of openbaarmaking. De bewijslast van het causaal verband tussen een melding en de benadeling verschuift dus van de melder naar een werkgever.
- Vrijwaring gerechtelijke procedures: na inwerkingtreding van de Wbk zijn melders (en personen die hen bijstaan alsmede betrokken derden) gevrijwaard van aansprakelijkheid in gerechtelijke procedures wegens bijvoorbeeld schending van een geheimhoudingsplicht, schending van auteursrechten of openbaarmaking van bedrijfsgeheimen. Deze vrijwaring is niet absoluut. Zo dient de melder redelijke gronden te hebben gehad dat de melding noodzakelijk was om een misstand te onthullen en dat de gemelde informatie correct was. Degene die de gerechtelijke procedure tegen een melder entameert moet bewijzen dat de gewraakte handelingen niet noodzakelijk waren om een misstand te onthullen.
- Verplichte interne melding vervalt: de verplichting dat in beginsel éérst intern wordt gemeld komt in de Wbk te vervallen en kan direct extern worden gemeld, bijvoorbeeld bij het Huis voor klokkenluiders of een andere bevoegde autoriteit.
- Strengere eisen interne meldprocedure: met de Wbk worden de eisen van de interne meldprocedure aangescherpt. Zo dient de melder binnen zeven dagen een ontvangstbevestiging te krijgen van de verrichte melding en binnen een redelijke termijn van maximaal drie maanden informatie ontvangen over beoordeling van die melding. Tevens gaat een registratieplicht gelden en moet de mogelijkheid bestaan om meldingen mondeling in te dienen.
Afronding
Tot slot zij terzijde opgemerkt dat de Klokkenluidersrichtlijn al op 17 december 2021 door Nederland had moeten zijn geïmplementeerd. Het wetgevingsproces dat strekt tot implementatie van deze richtlijn is dus evenwel pas geruime tijd later afgerond. Bij een nog bij Koninklijk besluit nader te bepalen tijdstip zal de Wbk pas in werking treden. Dat de implementatietermijn door Nederland niet is gehaald is overigens niet uniek, zo laat ook de vertraagde implementatie van diverse voorschriften uit de Europese anti-witwasrichtlijnen in het recente verleden zien.