Noot in NJ van Cathalijne van der Plas
Valt een vordering van een (in dit geval Belgische) Orde van Advocaten jegens een van haar leden wegens verschuldigde jaarlijkse beroepsbijdragen onder het begrip ‘burgerlijke en handelszaken’ zoals bedoeld in art. 1 lid 1 Verordening Brussel I-bis? Zo ja, is de vordering gebaseerd op een ‘verbintenis uit overeenkomst’ zodat gebruik kan worden gemaakt van de alternatieve bevoegdheidsregel van art. 7 lid 1 Verordening Brussel I-bis die bevoegdheid toekent aan de rechter van de plaats waar de verbintenis die aan de eis ten grondslag ligt is uitgevoerd of moet worden uitgevoerd?
Deze vragen heeft het Hof van Justitie beantwoord in zijn arrest van 5 december 2019 (Ordre des Avocats de Dinant / JN). Cathalijne van der Plas schreef in de NJ een noot bij deze uitspraak: bekijk deze hier.
Vragen over deze uitspraak? Neem contact op met Cathalijne van der Plas.