Sancties varia Q4 2024
In de nieuwste Sancties varia van Q4 2024 leest u onder andere over het 15e sanctiepakket dat tegen Rusland is uitgevaardigd door de EU. Over de nadere uitleg van de EU over hoe ver de inspanningsverplichting van EU-moederondernemingen strekt in de FAQ “BEST EFFORTS” OBLIGATION RELATED PROVISION: ARTICLE 8a of COUNCIL REGULATION 833/2014 (NB article 8a = artikel 8 bis). Ook het nieuwsbericht van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) over de Internationaliseringsmonitor komt aan bod.
15e sanctiepakket
Op 16 december 2024 heeft de EU nog het 15e sanctiepakket tegen Rusland uitgevaardigd. Deze maatregelen zijn bedoeld om de omzeiling van EU-sancties door de schaduwvloot van Poetin aan te pakken en het militaire en industriële complex van Rusland te verzwakken.
Kort gezegd zijn er 54 personen en 30 entiteiten toegevoegd aan de sanctielijsten. Wat de entiteiten betreft, richt dit zich voornamelijk op Russische defensiebedrijven en scheepvaartbedrijven die verantwoordelijk zijn voor het vervoer van ruwe olie en olieproducten over zee. Ook zijn voor het eerst volwaardige sancties opgelegd (reisverbod, bevriezing van tegoeden, verbod om economische middelen ter beschikking te stellen) aan verschillende Chinese actoren die drone-onderdelen en micro-elektronische componenten leveren ter ondersteuning van de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne.
De lijst van schepen met een toegangsverbod tot havens en een verbod op de levering van verscheidene diensten in verband met zeevervoer is aanzienlijk uitgebreid in de strijd tegen de schaduwvloot van Poetin waarmee hij sancties en maatregelen, zoals het olieprijsplafondmechanisme, omzeilt.
Voorts kan nog worden gewezen op het besluit ter bescherming van Europese bedrijven tegen geschillen met Russische partijen om de erkenning of tenuitvoerlegging in de EU van uitspraken van Russische gerechtelijke instanties op basis van artikel 248 Arbitrageprocedure van de Russische Federatie te verbieden. Deze uitspraken beletten de wederpartij om een procedure in een andere jurisdictie dan Rusland te beginnen of voort te zetten (anti suit injunctions). Deze beslissing van de EU dient te voorkomen dat deze boetes in Europa tegen EU-bedrijven worden uitgevoerd.
Best efforts
In onze vorige bijdrage (Sancties varia Q3 2024) is bericht dat de EU in de zomer van 2024 het 14e sanctiepakket tegen Rusland heeft uitgevaardigd. Daarbij is het nieuw ingevoerde artikel 8 bis van Verordening 833/2014 belicht. Op grond van dit artikel moeten in de EU gevestigde moederondernemingen “alles in het werk” (“best efforts”) stellen om ervoor te zorgen dat buiten de EU gevestigde entiteiten waarvan zij eigenaar zijn of waarover zij zeggenschap uitoefenen, niet deelnemen aan activiteiten die de EU-sancties ondermijnen.
Inmiddels heeft de EU op 22 november 2024 nadere uitleg gegeven over hoe ver deze inspanningsverplichting van EU-moederondernemingen strekt in de FAQ “BEST EFFORTS” OBLIGATION RELATED PROVISION: ARTICLE 8a of COUNCIL REGULATION 833/2014 (NB article 8a = artikel 8 bis). Hierin wordt benadrukt dat onder het concept “best efforts” (“alles in het werk”) moet worden verstaan alle acties die geschikt en noodzakelijk zijn om het resultaat van het voorkomen van de ondermijning van EU-sancties te bereiken. Ter illustratie wordt gewezen op de uitvoering van passende controles en passende procedures om risico's doeltreffend te beperken en te beheren. Daarbij moet rekening worden gehouden met factoren zoals het betreffende derde land van vestiging, de bedrijfssector en het type activiteit van de rechtspersoon, waarbij de aard en omvang van de onderneming ook een rol spelen. In dit verband worden onder meer het risicoprofiel, de omzet en het aantal personeelsleden betrokken.
Praktisch kan dit volgens de FAQ worden bereikt door middel van interne complianceprogramma's, het systematisch delen van instructies, het verzenden van nieuwsbrieven en sanctieadviezen, het hanteren van verplichte rapportages en/of het organiseren van verplichte sanctietrainingen voor medewerkers. Daarnaast wordt gewezen op het invoeren van procedures om snel te reageren op schendingen van sancties, onder meer door deze te melden aan het moederbedrijf. Tot slot wordt erop gewezen dat de niet-EU-entiteit kan overwegen publiekelijk haar voornemen kenbaar te maken om geen activiteiten te ondernemen die EU-sancties of het complianceprogramma kunnen ondermijnen.
Uit de FAQ blijkt ook dat er een wat complex onderscheid is tussen het begrip “ondermijning” en het begrip “ontwijking”. Het laatste heeft betrekking op activiteiten die onder een dekmantel tot doel hebben de toepassing van sancties te omzeilen, terwijl het eerste betrekking heeft op activiteiten die, zo begrijp ik, meer kleurloos, tot gevolg hebben dat de sancties worden verhinderd.
In de FAQ wordt voorts verduidelijkt dat de inspanningsverplichting zich ook (dient te) richt(en) tot Russische dochterondernemingen.
CBS & RuG: Nederlandse export en sancties
Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) heeft op 10 december 2024 een nieuwsbericht gepubliceerd over de Internationaliseringsmonitor 2024-III dat samen met de Rijksuniversiteit Groningen (RuG) is onderzocht. In dit kader is aandacht besteed aan de gevolgen van sancties tegen Rusland voor de Nederlandse export en mogelijke omzeilingsroutes, alsmede aan het exporteren in de schaduw van sancties.
Uit het onderzoek komen de volgende landen met een verhoogd risico op sanctieomzeiling naar voren: Armenië, Kazachstan, Kirgizië, Mongolië, Servië, Turkije, en Turkmenistan. Naar deze bestemmingen is de Nederlandse export van goederen waarvan de export naar Rusland is gesanctioneerd, opvallend sterk gegroeid. Daarnaast groeide de export van goederen, waarvan de export vanuit de EU naar Rusland gesanctioneerd is, vanuit deze zeven landen naar Rusland.
Het CBS wijst er ook op dat een deel van vooral grote multinationals nieuwe exportbestemmingen is gaan verkennen, waaronder landen met een verhoogd risico op omzeiling. Dit worden de zogenaamde switchers genoemd. Daarnaast is er een groep toetreders, dit zijn bedrijven die gesanctioneerde producten naar landen met een verhoogd risico op sanctieomzeiling exporteren, terwijl zij vóór de aanscherping van de sancties in 2022 deze producten helemaal niet exporteerden. Dit zijn volgens het CBS vaak relatief jonge en kleine zelfstandige mkb-bedrijven met een kleine exportportefeuille, die vaak als tussenhandelaar optreden voor de export van gesanctioneerde goederen, die zij niet zelf produceren, naar landen met een verhoogd risico op sanctieomzeiling.
⎝ Goed voor uw compliance en business om in uw handelspraktijk aandacht te hebben voor de risico’s die handel met en vervoer naar deze landen en handel met deze switchers en toetreders met zich meebrengen.
Voor vragen over sanctievraagstukken kunt u contact opnemen met Jurjan Geertsma, Thom Dieben en Kaisa de Bel.